KORTPERIODIEK EN LANGPERIODIEK.
Er zijn twee soorten kometen, kortperiodiek en langperiodiek. Kometen met een lange periode (die er meer dan 200 jaar over doen om een baan rond de zon te maken) zijn afkomstig uit de Oortwolk. Kometen met een korte periode (die er
minder dan 200 jaar over doen om een baan rond de Zon te maken) zijn afkomstig uit de Kuipergordel. Komeet C/2023
A3 Tsuchinshan–ATLAS is een komeet afkomstig uit de Oort wolk.
Lijst van periodieke kometen.
Lijst van niet-periodieke kometen.
DE OORT WOLK.
Jan Oort (28 april 1900 – 5 november 1992) was een Nederlandse astronoom. Hij berekende dat kometen uit een enorme wolk komen die zich bevindt in de buitenste regionen van het zonnestelsel, nog ver voorbij de baan van Pluto. We noemen
dit de
Oortwolk. Wetenschappers denken dat er zich in de wolk een biljoen kometen bevinden. Echt bewijs voor de wolk is er echter nog niet, omdat kometen zo klein en zo ver weg zijn. Vanaf de Aarde is de wolk met een telescoop niet te zien. De
afstand is variërend van 2.000 tot 200.000 Astronomische Eenheden, dit is 0,03 tot 3,2 lichtjaar.
De Oortwolk zit als een sinaasappelschil om het zonnestelsel. De kometen bewegen zich dus niet allemaal in het platte vlak van de planeten, maar komen van alle kanten richting de Zon.
DE KUIPERGORDEL.
De Kuipergordel, vernoemd naar de Nederlandse astronoom Gerard Kuiper (7 december 1905 – 23 december 1973), is een schijfvormig gebied voorbij de baan van Neptunus op ongeveer 30 tot 100 Astronomische Eenheden. Eén eenheid is 150 miljoen kilometer, dit is de gemiddelde afstand tussen de Aarde en de Zon. De Kuipergordel bevat veel ijzige lichamen die kometen kunnen worden. Door verstoringen in deze gordel schieten kometen soms weg uit deze gordel en komen in een baan om de Zon terecht.
De lichtblauwe lijn toont de baan van de komeet. De komeet komt vanaf boven het zonnestelsel binnen.